PSV staat tussen 12 en 18 september stil bij 75 jaar vrijheid in Eindhoven. Dagelijks verhalen we online over de club in oorlogstijd. In deel 4 evolueert het sportterrein van PSV en worden er spelers in Duitsland verwacht.
Het voetbalseizoen 1941-1942 kent voor PSV vrijwel louter teleurstellingen en dieptepunten. Na het zuidelijk kampioenschap van een jaar eerder moet het elftal van trainer Jan van den Broek zich nu tevredenstellen met een achtste plaats op de ranglijst van twaalf ploegen. Ondertussen krijgt de oorlog steeds meer impact op de club.
Gedwongen wisselingen
Het is opmerkelijk dat PSV eigenlijk geen moment een rol speelt in de competitie dat jaar, vooral omdat er in de samenstelling van het team niet zoveel is veranderd. De belangrijkste mutaties zijn het wegvallen van doelman Leo Boumans en rechtsbuiten Wim Middel. Tevens is dit het laatste seizoen van good-old Sjef van Run, die als 38-jarige duidelijk op zijn retour is. Daar staat tegenover dat middenvelder Miel d’Hooghe definitief doorbreekt in het eerste elftal en daarvan tot 1958 deel zal blijven uitmaken.
Dat feit staat echter in schril contrast met de gevolgen die de oorlog voor de club heeft. Uit heel Nederland worden er jonge mannen opgeroepen voor de zogenaamde ‘Arbeitseinsatz’ in Duitsland en ook enkele spelers van PSV ontkomen daaraan niet. De bekendste onder hen is Harry van Elderen, de nog maar 18-jarige rechtsbinnen van het eerste elftal. Hij geldt als één van de grootste talenten van de club en wordt te werk gesteld in een Duitse staalfabriek om daar mee te helpen bij het vervaardigen van wapens. In de loop van 1942 verdwijnt Van Elderen bij PSV van het toneel om daar pas vijf jaar later weer terug te keren. In die tussenliggende jaren is hij lid van Tegelen, een club de buurt van Venlo.
Een nieuweling in het eerste elftal is Ben van Gelder, de latere secretaris en manager van PSV die tussen 1954 en 1980 zeer bepalend zal zijn voor de internationale ontwikkeling ervan. Van Gelder speelt dat seizoen maar vier wedstrijden voor zijn nieuwe club, waarvoor hij op 29 maart 1942 debuteert. Naar eigen zeggen is Van Gelder geen groot talent. ‘Voetballen kon ik niet. Ik kon hard lopen en daar is veel mee gezegd.’
Vernieuwd sportpark
Ondanks de matige prestaties van het eerste elftal maakt PSV als club een belangrijke ontwikkeling door. In het voorjaar van 1941 heeft het Philips-concern besloten tot een grootse modernisering van het sportpark aan de Frederiklaan. Dat vergt tijdens de voortwoekerende oorlog forse investeringen, waartoe Frits Philips graag bereid is. De atletiekbaan wordt klaar gemaakt voor de internationale wedstrijdeisen en uitgebreid tot een omvang van 400 meter. In de winters wordt het terrein gebruikt voor schaatswedstrijden, waarvan de bevolking van Eindhoven volop gebruik kan maken.
Daarnaast komt er rond het sportveld een verhoogde grasrand, die wordt afgezet met een afrastering en een houten armleuning. De oude staanplaatsen verdwijnen en verder wordt het sportpark verrijkt met een professionele microfooninstallatie, waardoor de uitslagen kunnen worden omgeroepen. Onder de tribunes komt een vergaderkamer voor het bestuur en de terreinknecht krijgt op het complex nu een eigen woning.
Het Philips Sportpark groeit daarmee uit tot een van de beste accommodaties van Nederland. Op zondag 7 september 1941 verricht Frits Philips met een korte toespraak en ‘een knalschot’ de feestelijke opening ervan. De Sportkroniek, het officieel orgaan van de Nederlandsche Voetbalbond, besteedt daaraan de nodige aandacht. Het blad schrijft: ‘Het terrein ziet er fraai uit en bezit om het grote voetbalveld een prachtige sintelbaan op internationale afmetingen en aan weerskanten van het veld grote ruimten voor de springnummers. De werpnummers kunnen op het middenveld worden afgewerkt, behalve het kogelstoten dat een plaats heeft gevonden achter de beide goals. Voor de 100 meter sprint zijn er vaste startblokken in de baan aangebracht. Het geheel is omgeven door een muur van verschillende meters hoogte, terwijl een schilderachtige beplanting aan het sportpark een landelijk karakter geeft. De accommodatie laat zeker 20.000 toeschouwers toe. Hiermee heeft PSV ontegenzeggelijk de beste accommodatie van alle zuidelijke voetbalvelden en de beste atletiekgelegenheid gekregen.’
Grotere jeugdafdeling
Het katholieke dagblad Het Huisgezin benoemt de vernieuwingen als ‘daarom zo belangrijk, omdat zij in een reeds lang bestaande behoefte voorzien. De atletiekbeoefening komt pas goed tot haar recht, indien daarvoor de juiste accommodatie aanwezig is. Men heeft hierbij speciaal het oog op de jeugd. Wil een vereniging sterk zijn en floreren, dan dient voor alles gezorgd te worden voor bet aankweken van goede reserves. Door de jeugd verschillende faciliteiten te verlenen, hoopt men de belangstelling in deze kringen ten zeerste te kunnen aanwakkeren om op deze wijze tot een grotere jeugdafdeling te komen, waaruit men prachtig reservemateriaal kan kweken.’
Speciaal voor de gelegenheid organiseert PSV een atletiekwedstrijd, waaraan de beste atleten van Nederland deelnemen. De inrichting van het vernieuwde sportpark is vooral gebaseerd op de ideeën van topatleet Henk Kamerbeek, lid van PSV-atletiek en elfvoudig nationaal kampioen kogelslingeren. Volgens De Sportkroniek is zowel de overheid, de Nederlandse Voetbalbond, de Nederlandse Atletiekunie als de pers daarbij in ruime mate vertegenwoordigd. Het blad schrijft: ‘Wij brengen een eresaluut aan het wakkere bestuur van Philips Sportvereniging, dat met voortvarendheid en nog wel in deze tijd zulk een prachtig werk tot stand heeft gebracht.’
Aanval op Rusland
Voor het Philips-bedrijf krijgt de oorlog een heftige wending als Adolf Hitler in juni 1941 besluit om Rusland aan te vallen. De Duitse industrie is nu vrijwel volledig gericht op het produceren van nieuw oorlogstuig. Het land heeft Philips nodig c.q. verplicht het bedrijf tot het aanleveren van radiomaterieel en zendapparatuur. De consequentie daarvan is dat Philips onder andere radiotoestellen gaat maken voor Telefunken en Siemens. Enerzijds valt aan de Duitse dwang niet te ontsnappen, anderzijds garandeert Philips daarmee de werkgelegenheid voor duizenden mensen. Voor Frits Philips is het vooral belangrijk dat werknemers op deze manier beschermd worden tegen Arbeitseinsatz. Zijn opstelling is echter niet onomstreden. Zo verwijt verzetsman en Philips’ bedrijfsjurist Jan Hamming hem een te lakse houding.
Onder curatele
De heren Bormann en Merkel hebben als Verwalters nog altijd toezicht op de bedrijfsvoering. Van die twee is Merkel in de beleving van Frits de meest ‘dwingende’. Hij doet Philips de suggestie om de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) onder zijn hoede te nemen. ‘Dat zou ook voor Nederland veel beter zijn’, luidt de aanbeveling.
Frits voelt daar niets voor en richt zich tot God. Hij bidt: ‘Heer, neem deze haat weg uit mijn hart tegen mannen die, ook al zijn zij van de duivels systeem bezeten, toch medemensen zijn.’
In juli 1942 worden Bormann en Merkel door de bezetter ontslagen van hun taken binnen Philips, omdat zij inmiddels als ‘te inschikkelijk’ jegens het bedrijf worden gezien. Zij worden vervangen door dr. ing. Ludwig Nolte, die afkomstig is van AEG en veel meer technische kennis bezit dan zijn voorgangers. Nolte gaat strenger dan voorheen toezicht houden op de planning en productie van Philips. Voor Frits is dit vervelend, omdat hij nu meer dan voorheen onder curatele van de bezetter wordt geplaatst.
Morgen in deel 5: het helse bombardement op de Philips-fabrieken.