PSV staat tussen 12 en 18 september stil bij 75 jaar vrijheid in Eindhoven. Dagelijks verhalen we online over de club in oorlogstijd. In deel 2: PSV beleeft ondanks de oorlog een topseizoen.
In mei 1940 opent het Philips-personeelsblad In en Om met een couplet uit het Wilhelmus, waarmee Frits Philips een duidelijk signaal afgeeft over zijn loyaliteit aan de Nederlandse bevolking. Hij legt uit waarom de top van het bedrijf naar het buitenland is verhuisd en spreekt de hoop uit zijn familie en naaste medewerkers weer zo snel mogelijk in goede gezondheid in Eindhoven te mogen ontvangen. Frits voegt eraan toe dat hij van de Duitse bezetters ‘alle medewerking ontvangt’ om zijn werk te kunnen blijven doen.
Laveren
Groot is de zorg om de 19.000 werknemers en hun gezinnen. Hij kiest zijn woorden steeds zorgvuldig en opteert voor correcte omgangsvormen om de vijand niet onnodig tegen het hoofd te stoten. Continu moet Frits laveren tussen de belangen van de Nederlandse regering in ballingschap, de Duitse bezetter, die van zijn familiebedrijf en van het personeel. Dat leidt soms tot onduidelijkheid, maar met zijn charme en optimistische levenshouding slaagt Frits er goed in om iedereen enigszins tevreden te houden.
In december 1940 proberen de Duitsers hem desondanks buitenspel te zetten. Frits weet echter een plek te veroveren in het nieuwgevormde bestuur van Philips. Hij moet verantwoording afleggen aan de nieuwe beheerders van het bedrijf, O. Bormann en O. Merkel, twee Duitsers die ook al voor de oorlog in contact stonden met Philips. ‘Ik kon moeilijk ineens zeggen: meneer, u is een Duitser, u geef ik geen hand’, vertelt hij daarover in zijn biografie.
Duitse grip op Philips
De oorlog woedt in alle hevigheid. In de zomer van 1940 is Frankrijk veroverd en een jaar later opent Hitler de aanval op de Sovjetunie. Overal in bezet Europa staan de Philips-fabrieken nu onder Duits beheer. In Eindhoven besluit Frits om zeventig hectare grond (volkstuinen) beschikbaar te stellen voor het personeel, dat daar zelf groenten kan verbouwen. Later dat jaar verschaft Philips zijn werknemers bonnen, zoals hierboven te zien, waarmee warme bijvoeding kan worden gekocht.
Steeds meer krijgt Frits het gevoel dat de Duitsers de strijd naar hun eigen inzichten ‘al gewonnen hebben’ en vertelt de beheerders dat Duitsland zijn oorlogsmachinerie ook best op eigen kracht kan versterken. Hij bevestigt de Duitse bezetters in hun superioriteitsgevoel door zich hardop af te vragen wat ‘een klein fabriekje’ bij de levering van oorlogsmateriaal kan betekenen. Wel is er nog de dreiging dat Philips zal worden overgenomen door Telefunken. Frits houdt het simpel en spreekt zichzelf moed in: ‘Maak je niet ongerust: ofwel Philips wordt behouden, ofwel Philips gaat eraan! Ik besloot elke dag mijn werk zo goed mogelijk te doen, meer zat er niet in.’
De gedachte dat met de Duitsers nog te schipperen valt, krijgt een andere dimensie als in Delft tijdens een studentenopstand twee jonge Nederlanders worden gefusilleerd. Ook Frits is niet gevrijwaard van vergaande maatregelen, zo realiseert hij zich. Hij komt in een spagaat terecht. De Duitsers willen dat het bedrijf groeit van 19.000 naar 30.000 medewerkers. Dat ziet Frits helemaal niet zitten. Nieuw personeel is volgens hem niet gemotiveerd om voor de vijand te gaan werken. Frits vertelt de bezetters: ‘Men kan misschien iemand dwingen om verschrikkelijk dom te zijn, maar het is volstrekt onmogelijk om iemand te dwingen heel intelligent te zijn.’
Topjaar PSV
Ondanks alle oorlogsgeweld kent PSV in 1940-1941 een topseizoen. Onder de bezielende leiding van trainer en oud-topscorer Jan van den Broek worden het eerste, tweede, derde, vierde en vijfde elftal kampioen van hun klasse. Ook heeft Van den Broek de complete jeugdafdeling onder zijn hoede. Het gaat in totaal om 350 voetballers van PSV die zich kunnen laven aan de voetballessen van de voormalige Nederlands elftalspeler.
Het seizoen staat in het teken van de doorbraak van enkele grote talenten. Philips is niet langer bij machte om goede voetballers van andere clubs een baan te bezorgen en dus moet PSV zich meer dan ooit richten op de eigen jeugd. Na het overlijden van Johan Brusselers tijdens gevechten op de Grebbeberg is de stemming op het sportpark natuurlijk enorm bedrukt, maar dat gaat niet ten koste van de resultaten.
PSV verspeelt in de eerste competitiehelft maar drie punten en de strijd om de afdelingstitel levert eigenlijk geen moment kopzorgen op. Hoogtepunt is de 10-0 overwinning op Roermond in november 1940. Het team vestigt daarmee een clubrecord. Berend Scholtens is die dag de grote man met vijf doelpunten. De stoere Groninger groeit uit tot een boegbeeld van het nieuwe PSV. Scholtens is pas 21 jaar en wordt met 21 treffers clubtopscorer, een eer die hij overigens moet delen met de 20-jarige linksbuiten Frans Roosendaal. Andere veelbelovende talenten zijn Martien Blatter (21) en de pas 16-jarige Harry van Elderen, die bijna alle wedstrijden meespeelt en tot negen doelpunten komt. Ook zijn vriendje Miel d’Hooghe (17) speelt dit seizoen enkele wedstrijden mee.
‘Onverzadigbare jeugd’
Het clubblad De PSV’er spreekt over ‘onze onverzadigbare jeugd’. De jonge garde wordt omringd door enkele oudgedienden die voor de nodige ervaring en balans zorgen. Doelman Leo Boumans (28), verdediger Sjef van Run (35) en rechtsbinnen Frans Hunting (28) hebben de gouden jaren dertig nog meegemaakt. Ook linkshalf Piet Peters (28) en stopper Harry Trines (27) dragen al sinds jaar en dag het shirt van PSV.
De kampioenscompetitie om de Nederlandse titel kent voor PSV een vreemd verloop. De thuiswedstrijd tegen Heracles levert een 1-5 nederlaag op, maar omdat de ploeg tegen VSV, Be Quick en ADO ongeslagen blijft, blijven de kansen op een derde landstitel tot de laatste speeldag intact. Op 22 juni moet PSV op bezoek bij Heracles winnen om nog aanspraak te kunnen maken op het kampioenschap. Topscorer Scholtens ontbreekt die dag en de ultieme poging van zijn teamgenoten mislukt jammerlijk. Ook nu is de club uit Almelo veel te sterk (6-1). Voor PSV rest de troost dat de vele jonge talenten hoop bieden op een nieuwe periode van succes.
In deel 3 morgen: een spontaan volksfeest rond Frits Philips.