Een ‘pater familias’ was in het Romeinse Rijk de oudste man of man van de hoogste stand binnen een gezin. Vertaalt naar de huidige tijd zou je gerust kunnen stellen dat Mart van den Heuvel aan die eis voldoet als het de PSV-familie betreft. Een gesprek met de 67-jarige Veldhovenaar die nog lang geen afscheid heeft genomen van alles wat rood-wit is.
Gezond
Op De Herdgang staan tegenwoordig iedere week enkele dagen in het teken van testen. Op de plek waar normaal gesproken wekelijks een groep ouderen de wereldproblematiek en het voetbal bespreekt onder het genot van een kop koffie, staan nu mensen met beschermende kledij, wattenstaven en formulieren om spelers, staf en begeleiding te testen op het Coronavirus. “Ik kan gelukkig zeggen dat die toestand me voorlopig bespaard is gebleven”, zegt Van den Heuvel over het virus nadat ook hij door waarnemers is gecontroleerd. “Ik ben gezond dus blijf bezig.”
‘Bezig blijven’ doet Van den Heuvel ‘als vanouds’ voor PSV. Al meer dan veertig (!) jaar is hij betrokken bij het eerste elftal. Als fysiotherapeut, verzorger en later als teammanager. De taken in die laatste rol namen de afgelopen jaren een vlucht, waardoor het langzaam maar zeker tijd werd wat minder hooi op de vork te nemen. Oud-doelman Bas Roorda volgde Van den Heuvel deze zomer op. “Het werd tijd om wat meer rust te nemen”, herhaalt hij de letterlijke woorden die hij in gesprekken over zijn toekomst tegen Algemeen Directeur Toon Gerbrands uitsprak. “Maar het valt me allemaal nog niet mee”, zegt hij daarna eerlijk.
Anekdotes
Begrijpelijk. Vanaf halverwege de jaren tachtig tot en met vorig seizoen maakte Van den Heuvel alle wedstrijden én trips van PSV mee. Tientallen trainers zag hij komen, honderden spelers weer gaan, nog veel meer anekdotes hield hij voor de eeuwigheid in zijn hoofd gevangen. Van assistenten die plotsklaps van persoonlijkheid veranderden toen ze door het vertrek van een hoofdcoach voor de groep moesten staan tot spelers die tijdens trainingskampen iedere ochtend uit bed gebeld moesten worden om niet te laat komen voor het ontbijt. “Ik wilde altijd een kamer op de begane grond, dicht bij de noodingang”, zegt Van den Heuvel. “Mijn deur stond altijd op een kier, want dan konden de jongens naar binnen glippen als ze in het holst van de nacht in het hotel terugkeerden. Ik werd soms vijf keer per nacht wakker.”
De nestor van de PSV-familie benadrukt dat die tijden al een poosje voorbij zijn. “Dat kan niet meer sinds de opkomst van social media en smartphones.” Jammer? “Ach, het voetbal is stukken professioneler geworden. Die jongens moeten véél meer dan vroeger. De belangen zijn véél groter.” Van den Heuvel schiet in de lach. “Ronaldo reed als 17-jarige nog weleens zonder rijbewijs naar de club. Zoiets zou nu natuurlijk nooit meer kunnen. Geloof me, die hebben we wel aangesproken toen hoor.” Romário moest hij nog veel vaker aanspreken. “Die belde ik ’s ochtends op om te vragen waar ‘ie bleef. Soms kreeg ik z’n vriendin aan de lijn en soms hemzelf. ‘Tis niet goed dat ik jou nou spreek hè, jongen’, zei ik dan. Dan wist ‘ie genoeg. Gelukkig accepteerden de spelers dat van ‘m. Ook jongens als Koeman, hè! In het weekend schoot ‘ie de ballen wel binnen.”
De moeilijkste? “Met Mateja (Kezman, red.) was altijd wel iets”, verzucht Van den Heuvel. “Maar”, voegt hij direct toe. “Vergeet niet dat hij en al die andere jongens uit andere delen van de wereld op heel jonge leeftijd op een totaal nieuwe plek terechtkomen. Vaak van de één op de andere dag. Leg een 17-jarige uit Brazilië maar eens uit dat we in Nederland met ander geld betalen dan in Duitsland, zoals dat in de jaren negentig nog het geval was. Dat ze hun shampoo bij de drogist moeten halen, hun pannen bij de Blokker en hun eten bij de Albert Heijn. En dat ze moeten betalen met hun pinpas, die ze moeten aanvragen bij een Nederlandse bank. Vergeet niet: het zijn maar mensen. Ik heb iedereen zo goed mogelijk proberen te helpen. Daar leefde ik voor.”
Vriendschappen
Het leverde Van den Heuvel bijzondere banden en hechte vriendschappen op. Héctor Moreno vroeg hem als getuige tijdens zijn bruiloft met Irene Martínez. Hij is bovendien de peetvader van één van de kinderen van Ernest Faber, nam Guus Hiddink in de jaren tachtig in huis toen hij assistent werd van het eerste elftal en regelde alles voor Hirving Lozano toen hij voor het eerst naar Europa kwam. Na bemiddeling van Van den Heuvel kon diens landgenoot Andrés Guardado een prachtig huis in Waalre betrekken. “Als een kind zo blij waren ze”, aldus Van den Heuvel. “Met iedereen bel ik nog regelmatig. Guardado heeft al honderd keer gevraagd wanneer ik nou eens naar Sevilla kom. Georginio Wijnaldum is een echte vriend geworden en Guus vroeg laatst of ik in maart naar Curaçao (waar Hiddink bondscoach is, red.) wil komen. ‘Wat moet ik daar?’, zei ik. ‘Dat zien we dan wel weer’, antwoordde Guus.”
Van den Heuvel wijst op een stapel foto’s die hij op verzoek heeft meegenomen naar De Herdgang. “Kijk Chrisje en Phillip eens”, zegt hij terwijl hij zijn vingers richt op een foto van Cocu en Van der Weerden als speler van PSV. “Wat een jonkies hè.” Ook hen spreekt hij geregeld. “Familiemensen”, zegt Van den Heuvel en zo zijn er nog velen. Z’n oog valt op een foto waarop Ruud van Nistelrooy hem knuffelt in het shirt van het Nederlands elftal. “Ik heb een jaar of drie bij de staf van het Nederlands elftal gezeten. Hier hadden we net gewonnen van Schotland. Een play-offduel waardoor we naar het EK in Portugal gingen. Ook dat heb ik nog mee kunnen maken. Mooi.”
Gemis
Het meest mist Van den Heuvel nog de wedstrijdbeleving. “Het is anders wakker worden op een zondag. Met name de voorbereiding op een wedstrijd mis ik. Ik zou het liefste met m’n vrouw de auto instappen en naar alle wedstrijden gaan. Thuis en uit. Als het straks weer kan, denk ik ook dat ik doe.” Over gemis gesproken. Met Jac van de Ven en Harry van Raaij verloor Van den Heuvel recent twee PSV-vrienden. Ook dat is de realiteit van ouder worden. “Daar heb ik wel moeite mee”, zegt Van den Heuvel. “Er brokkelt wat af. Ik weet dat je niet in het verleden moet blijven hangen, maar het zijn mensen waarmee je zoveel hebt meegemaakt. Mensen die onderdeel van de club zijn. Een hoop voor PSV hebben betekend. Bij zulke momenten blijven mijn ogen niet droog.”
Dat tekent misschien nog wel het meest de PSV-ambassadeur in Van den Heuvel. “PSV was en is mijn hobby en mijn leven. Dat zal het ook blijven.” Grappend werd nog weleens gezegd dat Van den Heuvel een nieuwe hobby moest gaan zoeken voor de weekenden. “’Golfen’, roept de één dan. Daar heb ik toch helemaal de rust niet voor?” Gelukkig heeft hij doordeweeks nog voldoende te doen. “Ik ben hier nog dagelijks”, zegt hij verwijzend naar De Herdgang. “Ik heb de afgelopen maanden zeker veertig huizen bezocht. Ik wil er zeker van zijn dat ook die jongens en hun familie zich hier meteen welkom voelen. Als er iets is, hoeven ze maar te bellen. Dat blijft voorlopig wel zo.”