Geen veldspeler kwam zo vaak voor PSV in actie dit decennium als Luuk de Jong (28).Gekomen om zijn carrière nieuw leven in te blazen, uitgegroeid tot een groter icoon dan velen inclusief hijzelf ooit gedacht zullen hebben. Het allerlaatste PSV-interview met koning Luuk. ‘Misschien zingen ze mijn naam over een aantal jaar wel in die liedjes’
Dit artikel is een bewerkte versie van het laatste interview dat De Jong gaf in PSV Magazine, dat dit weekend verschijnt
Luuuuuuuuk
‘Luuuuuuuk’, ‘Luuuuuuuk’, ‘Luuuuuhuuuuuk’. Op De Herdgang galmt het snerpende geluid van tientallen kinderkeeltjes nog na als Luuk de Jong de kantine bij de profsectie binnenstapt. Allemaal willen ze zijn handtekening nu het nog kan. Het schouwspel op weg naar de kantine heeft wel wat weg van de lancering van de nieuwste smartphone. Als de topscorer van PSV aan de rechterkant van de looproute richting het trainingsveld handtekeningen uitdeelt, doen jonge fans er aan zijn linkerzijde alvast alles aan om het beste plekje tussen de menigte te bemachtigen om een foto met De Jong te kunnen scoren.
“Ik heb een handtekening, mama kijk!” Een jochie van een jaar of zeven, acht rent richting zijn moeder. Achterop het PSV-shirt dat hij draagt prijkt de naam van De Jong. Zoals op zo vele shirts de naam van De Jong nog prijkt. De aanvoerder van PSV speelt in zijn hoofd de film nog eens af als hij een uur later nog eens met het tafereel geconfronteerd wordt. “Ja dat is toch wel speciaal om te zien, zo’n jochie met mijn naam op zijn shirt die langskomt en vraagt om een handtekening.”
Dan, na een korte stilte vervolgt hij. “Soms besef je het niet eens, die soort van heldenrol in de ogen van (jonge) supporters. Totdat je ineens een foto voorbij ziet komen van iemand die zijn hele kamer vol heeft hangen met foto’s van mij. Als je al die kinderen langs zo’n veld ziet staan en hoort schreeuwen om een handtekening realiseer ik me soms wel weer hoe mooi dit vak toch is. En hoe mooi het is om iets voor die kinderen te kunnen betekenen. In mijn jongere jaren ben ik daar helemaal niet mee bezig geweest. Dan leef je echt in die bubbel. Dat zie je bij de jonge jongens van nu ook. Nu ik wat ouder begin te worden, komt dat als vanzelf.”
Clubicoon van deze tijd
De Jong is in zijn vijf PSV-jaren uitgegroeid tot een clubicoon. In een tijd waarin het verloop van selecties almaar versnelde en honkvaste iconen amper nog bestonden tekende de aanvaller bij PSV. Gedesillusioneerd keerde hij terug van twee buitenlandse jaren. ‘Kan hij het nog?’, vroeg men in Nederland zich af. De Jong antwoordde met zijn hoofd en voeten. Vrijwel vanaf het begin.
“Het idee om mezelf hier bij PSV weer op de kaart te zetten kwam van Marcel Brands (toenmalig technisch manager van PSV, red.)”, blikt De Jong terug. “En zo dacht ik er destijds zelf ook een beetje over. Doelpunten maken, het goede gevoel terug vinden, in beeld komen bij Nederlands elftal: het waren allemaal doelen die ik mezelf stelde bij mijn terugkeer naar Nederland. Ik kon die zomer ook een andere stap maken, maar ik wilde graag naar een club die speelde in een speelstijl dat bij mij past. Het beeld dat Phillip Cocu (destijds hoofdcoach van PSV, red.) en Marcel Brands mij schetsten paste daar perfect bij. Dat zag je ook direct. Het liep eigenlijk meteen goed. De jongens in het team kende ik een beetje van Jong Oranje, dus dat maakte het nóg makkelijker om voor PSV te kiezen.”
“De gedachte was toen om hier twee, misschien drie jaar te voetballen om vervolgens een nieuwe stap te zetten”, vervolgt De Jong. “Maar ik had het heel erg naar mijn zin hier en PSV was ook erg te spreken over mij. Zo vernieuwden we telkens het contract en daardoor bleef ik telkens langer. Toen PSV kwam dacht ik: moet ik dit wel doen? Terug naar Nederland? Wil ik niet door blijven knokken? Maar wat ik al zei, het beeld dat me werd geschetst paste perfect bij mij. We speelden bovendien Europees. Het klonk allemaal als muziek in de oren. Ik heb geen minuut spijt gehad dat ik terug ben gekomen. De afgelopen vijf seizoenen heb ik hele mooie dingen meegemaakt.”
Lijstjes
Zijn naam prijkt inmiddels in de top van bijna alle clublijstjes. Afgelopen jaargang slechtte hij de grens van honderd doelpunten in PSV-tenue (alle competities), iets wat slechts is weggelegd voor de allergrootste PSV’ers als Coen Dillen, Willy van der Kuylen of Luc Nilis. Dankzij het beste jaar in zijn carrière werd De Jong voor het eerst topscorer van de Eredivisie. De 28 goals die hij daarvoor nodig had, brachten hem in de top tien van all time-topscorers in de vaderlandse competitie voor PSV. Met zijn 94 eredivisietreffers passeerde hij onder anderen René van de Kerkhof en Wim Kieft. Niet de minsten. En-passant speelde hij dit jaar zijn 200e competitiewedstrijd voor de club.
'PSV is een fantastisch hoofdstuk in mijn carrière'
Het zijn statistieken die je in de voetbalwereld van na 2000 eigenlijk zelden of nooit hoort op de Nederlandse velden. Zeker na dit seizoen, is Luuk de Jong een grote naam in de PSV-historie. “Dat besef ik nog niet zo, nee. Nu je het zo zegt… Ik kan het gevoel wel begrijpen ja”, zegt hijzelf nuchter, al verraadt de glimlach en twinkeling in zijn ogen enige trots. “Al die liedjes die gezongen worden door de supporters, waar al die bekende namen in voorbij komen, die hebben misschien nog wel minder wedstrijden voor PSV gespeeld dan ik. Of ik zelf ooit in zo’n liedje kom te staan? Haha. Ik heb er weleens over nagedacht. Misschien doen de fans het ooit wel. Ik zou het fantastisch vinden, een grote eer. Ik weet ook zeker dat als ik terug ga kijken op mijn periode hier dat het een fantastisch hoofdstuk in mijn carrière is geweest. Ik besef dat ik hier iets moois achterlaat.”
Knokker
Twee seizoenen geleden leek er al een einde aan het huwelijk tussen hem en PSV te komen. De Jong leek het scoren verleerd. De band om zijn arm ging tijdelijk naar Marco van Ginkel en De Jongs rol veranderde. Van afmaker naar invaller. Een transfer ketste echter af, De Jong rechtte de rug en kwam terug. Beter dan ooit. “In het voetbal is niets te voorspellen. Daar ben zeker ik achter gekomen”, aldus De Jong. “Toen ik van Twente naar het buitenland ging zat ik echt in een stijgende lijn. De sky was de limit. Maar in Duitsland zat het voor het eerst allemaal een beetje tegen. Ik kreeg een blessure, lag er een tijdje uit, het liep soms wat minder. Natuurlijk ook omdat ik nieuw was. Je moet in een team groeien. Na het eerste seizoen had ik het gevoel dat ik gewend was, maar toen kreeg ik plots de kans niet meer. Heel apart. Dan besef je wel dat de weg niet altijd recht omhoog loopt. Dat je soms andere dingen moet doen om te blijven presteren. Ik ben blijven werken, knokken, trainen en daar heb ik later ook hier veel aan gehad.”
'Wat ik hier heb gehad is fantastisch'
“Door mindere ervaringen besef je dat niet alles vanzelfsprekend is”, vervolgt hij. “Dat je niet alles in het leven kunt uitstippelen en kunt doen op de manier die je voor jezelf voor ogen hebt. Soms gaat het anders en dan kun je jezelf alleen maar terugvechten door keihard door te knokken. Uiteindelijk ben ik nuchter genoeg om te weten dat je altijd door moet gaan. De dingen blijven doen die je ook deed toen het wel goed ging. Het goede gevoel komt dan vanzelf wel weer terug. Het kampioenschap in 2018 is daar een heel goed voorbeeld van. Terugkijkend ben ik ontzettend trots op hoe ik mezelf heb herpakt, nog heb kunnen laten zien en wat ik samen met de club heb kunnen bereiken. Wat ik hier had, was fantastisch.”
Wedstrijden | 204 |
Doelpunten | 112 |
Assists | 57 |
Kampioen | 3 |
Johan Cruijff Schaal | 2 |