'Vroeger al noemden ze Donyell Malen liefkozend boeroe'

'Vroeger al noemden ze Donyell Malen liefkozend boeroe'
9 min

In Westerland en later Breezand wordt Donyell Malen tussen de dieren en in de rust groot, met zijn alleenstaande moeder als ijkpunt. “Vroeger noemden ze Donyell al liefkozend ‘boeroe’.”

Dit verhaal stond ruim een jaar geleden in het PSV Magazine.

De zeewind blaast het binnenland in, door het riet aan de rand van de polders en over de uitgestrekte velden, waar koeien, schapen en paarden grazen in de najaarszon. Dit is de rust van Breezand, de plek in het uiterste puntje van Noord-Holland waar Donyell Malen opgroeide. Een mannetje tussen de boerenjongetjes…

Moeder Mariska Manshanden lacht en knikt instemmend. “Met zijn koppie lijkt Don een stadsjongen, maar hij is gewoon een boertje op klompen. Heel rustig en stil.”

Stop en siet
Als alleenstaande moeder voedt ze Donyell op, die de achternaam van zijn Surinaamse vader Robert Malen krijgt. “Het rustige heeft hij van hem; Don maakt zich nergens druk om.”

Met zijn vader heeft Donyell goed contact – net als met zijn vier halfbroers en -zussen –, maar de eerste jaren van zijn leven groeit hij alleen bij zijn moeder op, in haar geboortedorp Westerland waar ook haar vader en moeder wonen. “Meestal sliep Don bij mijn ouders; ik reed ’s nachts met de taxi om er overdag voor hem te kunnen zijn. Een vaderfiguur heeft Donyell daardoor nooit echt gemist, mijn ouders waren ook een beetje zijn ouders. Bij ons was voetbal dé sport; mijn vader steunde hem in alles wat hij deed. Zijn overlijden kwam dan ook hard aan bij Don… En mijn moeder deed met hem in de woonkamer het spel ‘stop en schiet’: de bal stoppen en weer terugspelen. Don noemde dat altijd ‘stop en siet’ en dan kwam dat tongetje naar buiten.” Mariska lacht. “Dat heeft hij nog een beetje, dat lispelen.”

Na een korte nachtrust haalt Mariska haar zoon in de loop van de dag weer op. “Of we aten bij mijn ouders en dan stopte ik hem daar weer in bed. Als ik nu zie wat ik tóén deed… dat ik dat kon. Maar dat doe je gewoon. Grenzen zag ik niet. Die worden pas zichtbaar wanneer je een beetje loskomt van dat drukke leven.”

Kinderkoppies
Dat is vanaf het moment dat Mariska haar huidige man leert kennen, wanneer Donyell zeven is. De twee trekken eerst bij hem in in hotel/café de Boemerang in Anna Palowna, en daarnaast runt haar man ook een taxi- en koeriersbedrijf in Den Helder. Vanaf dat moment vormen de twee families een samengesteld gezin, dat na twee jaar naar Breezand verhuist. “Voor Donyell was dat geweldig. De oudste van de drie kinderen van mijn man was toen negentien; Don had er ineens een grote broer bij.”

In zijn slaapkamer zijn nog volop restanten zichtbaar van zijn jeugd. Boven zijn bed hangt een grote foto waarop een piepjonge Matthijs de Ligt toekijkt hoe zijn ploeggenoot Donyell tegen Anderlecht een sierlijke omhaal maakt. De bal zal in het doel verdwijnen, vertelt zijn moeder.

Haar zoon is negen wanneer hij door Ajax wordt gescout. Vanaf dan rijden de twee vier keer per week van Breezand naar Amsterdam, een rit van tachtig kilometer heen en weer terug. Daar komt Donyell in een andere wereld terecht. “Met het team, de ouders en de trainers zouden we de afsluiting van het seizoen op de Gaasperplas in Amsterdam vieren. Maar het goot al de hele dag en ik stelde voor om het feest bij ons in de schuur te houden. “Dan moeten jullie wel dat hele eind naar Breezand rijden”, zei ik. De trainer, Casismir Westerveld, vond dat een goed idee: ‘Dan zien wij eens wat Donyell er elke dag voor over moet hebben.’

Die dag rijden de Ajaxbusjes de oprit op en de kinderkoppies kijken verwonderd door de ramen. “‘Oh joh, er zijn hier alleen maar koeien en schapen. Hier wonen helemaal geen mensen!’, klonk het, haha… Donyells teamgenoten noemden hem ook liefkozend ‘boeroe’.”

Donyell met moeder Mariska tijdens zijn presentatie bij PSV Donyell met moeder Mariska tijdens zijn presentatie bij PSV

Kerven in houten balken
Bij Ajax kent Donyell ups en downs, maar op zijn tiende krijgt hij ook last van groeipijnen. “Zijn lichaam deed niet wat Donyell graag wilde en hij zat huilend naast me in de auto. Ik zei: ‘Don, we leveren je tas in bij Ajax en zijn weg. Ik ben er klaar mee. Ik vind je nog net zo’n leuke jongen hoor; voor mij is dat Ajax daarvoor allemaal niet nodig.’ Hij keek me aan en zei: ‘Maar dat doe ik niet, hoor.’ Er was voor Don geen stop. Hij wist het zeker: hij ging profvoetballer worden.”

Er is geen tastbaarder bewijs van zijn doorzettingskracht dan de balken onder het schuine dak van zijn slaapkamer. In het hout kerft hij daar als jonge jongen zinnen zoals: ‘Ik doe er alles aan om profvoetballer te worden’ en ‘Niet opgeven hart werken.’ Op zijn rug op bed staart hij naar die woorden; een houvast in moeilijke tijden.

Maar na zes jaar voelt het in Amsterdam dan toch niet meer goed voor de gevoelige jongen die Donyell is. “Hij vond het te onrustig, er was te veel aan de hand binnen de club.” Het wordt Arsenal. “Die stap had ik totáál niet verwacht. Arsenal! Londen! Dat is de wilde wereld in… Dat is niets voor mij. Maar Don wilde helemaal opnieuw beginnen.”

Band met de schoonmaakster
En dus trekken de twee naar Engeland, samen. Want Donyell is dan zestien jaar en Mariska maakt altijd een ding heel duidelijk aan haar zoon: jouw keuze is mijn keuze. “Ik wilde mezelf nooit het verwijt kunnen maken dat mijn keuze zijn keuze zou worden, en hij daardoor iets zou mislopen.”

Daar zitten ze dan, moeder en zoon: van de rust aan de Waddenzee naar de drukte in Londen. “Het was zwaar… Heel zwaar. Niet voor Don, als hij een keuze maakt gaat hij er voor en bij Arsenal ging het heel goed. Maar ik had daar niets te doen. Mijn man was de hele week alleen in Breezand, gelukkig kwam hij in het weekend naar ons toe. En de Engelse mensen zijn heel vriendelijk, maar tot aan de deur. De enige met wie ik een band had, was de schoonmaakster. Ik keek uit naar die ene dag in de week dat zij kwam.” Nooit heeft ze iets van haar strijd laten zien aan haar zoon. “Ik leefde op de automatische piloot en zag dat Don gelukkig was, na soms ook moeilijke jaren bij Ajax. Dan heb je het ervoor over om je eigen leven opzij te zetten.”

Na twee jaar stopt ook het avontuur bij Arsenal. “Hij mocht mee op trainingskamp in de voorbereiding, was al eens ingevallen bij het eerste: sportief ging het eigenlijk best goed, maar Donyell luistert altijd naar zijn gevoel. En dat zei dat hij twijfelde of hij bij Arsenal uiteindelijk wel een kans zou krijgen.” Ook nu gaat alles razendsnel. “Donderdag belde Don mij, ik was toen net een paar dagen thuis: ‘Ik wil weg, terug naar Nederland’, zei hij. Zaterdag zaten we met PSV om tafel en maandag ging hij naar Oranje O19 om niet meer in Londen terug te keren. Hoe bizar is dat? Het leven van een voetballer is heel hard: boem bam en je leven slaat om. Daar heb ik nog weleens moeite mee.”

Door het plafond
Nu woont Donyell in Eindhoven, waar hij bij PSV steeds vaker zijn kans krijgt. “Weet je wat ik zo knap vind van PSV? Dat ze hem zo rustig weten te houden. Want ik ken mijn zoon… Een paar wedstrijden op de bank en koekoek hij gaat door het plafond. Maar kennelijk voelt hij zo veel vertrouwen en ziet hij zoveel perspectief dat hij toch lachend op het trainingsveld staat. Want geloof me: dat is normaal lastig voor Don hoor, als hij op de bank zit is hij meestal niet zo vrolijk.”

Voor het eerst is hij nu ook echt los van zijn moeder, al zag ze hem in Londen al volwassen worden. “Ondanks dat ik dicht bij was, is hij daar al zelfstandiger geworden. Mede door de cultuur bij Arsenal, en eerder ook bij Ajax. In Londen begon hij ook meer en meer te fitnessen. Na een paar maanden zag ik hem pas weer eens in een shortje lopen en dacht: jezus mina! Dit is geen broekie meer.”

Af en toe komt Donyell naar Breezand, maar vaker zakt zijn moeder ruim tweehonderd kilometer af. “Elke week; ik mis bijna geen wedstrijd.” Voor de Champions League-wedstrijd tegen Tottenham Hotspur stapte ze zelfs in de auto naar Londen. Want in het volgen van haar zoon is Mariska nog even onvermoeibaar als toen ze elke dag samen naar Amsterdam reden. “Don en ik zijn zeven jaar lang met zijn tweeën samen geweest. Dan groeit er zóiets hechts… Don en ik zijn één.”