Ivan Perišić geeft in zijn eerste persconferentie namens PSV aan dat hij nog wel even door wil gaan met voetballen. De 136-voudig Kroatisch international is erop gebrand om zondag te spelen.
Hoe waren de afgelopen weken voor jou?
“Ik was erg nerveus omdat ik nog geen club had. Ik trainde alleen en hoopte dat er iets moois voorbij zou komen. Toen PSV belde twijfelde ik geen moment. Dat gevoel werd versterkt door Denzel Dumfries. Hij heeft me alles verteld over de club, maar ook over de stad. Ik was erop gebrand om deze stap te maken.”
Waarom wil je zo graag doorgaan en prijzen winnen?
“Ik zit nog steeds altijd bij de eerste drie met sprint- en duurloopoefeningen. Zolang dat nog het geval is en ik het leuk vind, blijf ik doorgaan. Ik kan me ook nog geen leven zonder voetbal voorstellen.”
Kun je je snel aanpassen aan wat er hier van je gevraagd wordt?
“Ik heb vergelijkbaar voetbal gespeeld in mijn tijd bij Bayern München. Dus ik denk dat ik dat snel oppik. Fysiek ben ik nu nog niet in staat om een hele wedstrijd te spelen, maar ik kan zeker invallen.”
Op welke posities kan je spelen?
“Eigenlijk is onder de lat de enige positie waar ik nog niet heb gespeeld, dus we gaan het zien."
Hoe waren de eerste trainingen?
“Ik heb van elk moment genoten en ik hoop dat ik zondag kan spelen. Ik ben nog steeds erg hongerig. Ik geniet gewoon van het voetbal. Als ik zo doorga, blijf ik lang actief als voetballer. Ik heb bijna tien tot twaalf uur per dag gewerkt om het herstel van mijn knie te stimuleren."
Wat weet je van PSV?
“Best veel eigenlijk, want ik volg de Eredivisie al sinds ik klein ben.”
Heb je de wedstrijd tegen Juventus gezien?
“Zeker, de eerste 20 tot 25 minuten was PSV sterk, maar toen deed Juventus waar ze bekend om staan: eerste kans, eerste doelpunt. Ik heb zes jaar in Italië gespeeld, dus ik wist dat het kon gebeuren."
Spreek je al een woordje Nederlands?
“Tot mijn verrassing kan ik het best goed verstaan. Dat komt omdat ik Duits spreek en het lijkt best veel op elkaar. Nu ik hier ben wil ik de taal machtig worden. Dat doe ik overal waar ik speel.”