De begeleidende staf van voetbalclubs is de laatste jaren in omvang toegenomen. PSV vormt daarin geen uitzondering. Waarom eigenlijk? En wie zijn de mensen die de spelers helpen om dagelijks het maximale uit zichzelf en het team te halen? In ‘Achter het team’ Egid Kiesouw, Fysiek trainer van PSV en een vertrouwd gezicht in de staf.
Wat doe je precies?
“Ik coördineer alle trainingen die te maken hebben met het fysiek van de selectie. Op het veld, in de gym en in de samenstelling van de Periodiseringprogramma’s s op lange termijn. Dat betekent dat ik me altijd tussen de spelers begeef.”
Hoe zien jouw werkzaamheden eruit?
“Het werkt tweeledig. Deels proberen we ervoor te zorgen dat blessures worden voorkomen, middels het preventieprogramma. Daarnaast moeten de fysieke trainingen aansluiten bij de oefeningen op het veld. Uiteraard gaat dat in samenspraak met de technische staf.”
En hoe gaat dat als je, zoals nu, op trainingskamp bent?
“In de avond maken mijn team en ik samen met de technische staf de programma’s voor de volgende dag. Daarin zit altijd een fysieke component waarvoor wij verantwoordelijk zijn. Vaak zijn dat de oefeningen die je aan het begin van een trainingssessie ziet. Dat wordt uiteraard gecombineerd met de technische trainingen, zodat er een evenwichtig programma voor de gehele week wordt afgewerkt. In principe staat dat voor het trainingskamp al vast. Hier brengen we dagelijks nog enkele nuances aan.”
Kiesouw in de slag met Ibrahim Afellay en Mo Ihattaren
Zijn de schema’s voor iedere speler afzonderlijk?
“Over het algemeen kun je zeggen dat de schema’s vooral per groep worden afgestemd. Er zit een kleine individuele component in. Sommige spelers moeten wat meer doen, andere wat minder.”
Hoe zit het met trainingen? Zijn die dagelijks anders?
“Ze zijn per training anders. Als de technische oefening om korte snelheid draait, stemmen we de fysieke oefening daar op af. Bijvoorbeeld door veel acceleratieoefeningen te geven. Wordt er op duur getraind, dan beginnen wij met oefeningen die specifiek door op geënt zijn.”
Wat kun je hier wel of beter doen dan wanneer je in Nederland zou trainen?
“Over het algemeen geldt: op een trainingskamp kun je wat meer en gedetailleerder werken dan tijdens reguliere weken. Je staat ’s ochtends met elkaar op, kan ’s avonds nog eens met elkaar cijfers, gevoel of trainingen doornemen. Er zijn veel meer momenten waarop je samen kunt zijn en toe kunt werken naar een nieuw doel.”
Samen met Yannick van der Schee (links) een training voorbereidend
Waaraan merk je dat het voetbal de afgelopen jaren veranderd is?
“Er moet veel meer communicatie plaatsvinden tussen verschillende specialiteiten. ’s Ochtends, iets voordat een training start overleggen wij met de medische staf welke speler wel aan kan sluiten en welke niet. Vervolgens overleg je wie een persoonlijk programma nodig heeft en hoe deze eruit moet komen te zien. Ook wij (Egid samen met Ruud van Elk en Yannick van der Schee, red.) werken tegenwoordig daarom meer met dagelijkse gegevens en data.”
Wat doe je met die data?
“We kunnen zien of iemand voldoende arbeid heeft geleverd tijdens een training of juist wat extra’s moet doen om fit te zijn voor de herstart van de competitie. Die nuances verwerken in de training van de volgende dag.”
Over ontwikkeling in het voetbal gesproken. Waar verwacht je dat jouw vakgebied heen gaat in de komende jaren?
“Ik denk dat het meetbaar maken van trainingen en de belastbaarheid van spelers inzichtelijk krijgen almaar verder zal toenemen. Wat verder een vlucht gaat nemen is de cognitieve training. Fysiek trainen kennen en doen we al lang. Tijdens een wedstrijd moet je brein echter ook constant keuzes maken. Daar besteden we op dit moment al behoorlijk wat aandacht aan, bijvoorbeeld door middel van oefeningen met bepaalde kleuren pionnen. Dat gaat zich nog aanzienlijk ontwikkelen verwacht ik.”